Categoriearchief: rekentoets-citotoets

Cito-toets tips en leeswijzer voor Cito rekensommen

Cito-toets tips rekenen: video uitleg

.
cito oefenen groep-7-8-plaatje Bij deze paragraaf hoort het leerwerkboek: Toets voorbereiding voor groep 7 en 8.
De Cito-score kan fors omhoog door dit doelgerichte oefenboek met antwoordenboek.

Bekijk de verkrijgbare titels op de winkelsite.

wiskunde piramide In dit leerwerkboek worden de eerste zes bouwlagen van de wiskunde-piramide behandeld.

Het rekenonderwijs/wiskundeonderwijs is opgebouwd als een piramide: elke laag bouwstenen wordt zorgvuldig op de vorige gelegd; je kunt geen laagje missen.

Slechts één slechte leer-periode kan er de oorzaak van zijn dat een leerling een reken-bouwlaag mist waardoor hij of zij misschien zelfs nooit meer iets van wiskunde zal begrijpen.

Met deze leerwerkboeken worden hiaten in kennis voorkomen.
Ook kunnen ontbrekende kennislagen achteraf worden opgevuld.

Klik hier voor meer informatie over het belang van een leerwerkboek.

Cito tips: samenvatting

Hier onder zie je cito-toets tips voor het lezen van een rekentoets-vraag van Cito.
Printbaar pdf met de cito-toets tips voor het lezen van een Cito vraag (opent in nieuwe tab).

  1. Schrijf de gegevens zo kort mogelijk op.
  2. Schrijf de kale som op.
  3. Bereken de kale som op een blaadje.
  4. Controleer je antwoord.

  1. Tips bij het kort opschrijven van de gegevens.
    • Kijk of je het plaatje nodig hebt.
      Soms staat er een belangrijk gegeven in de tekening maar soms ook niet.
    • Schrijf alle nodige gegevens van de tekening en van de tekst op een blaadje.
      Je hoeft daarna niet meer naar de tekening en naar de vraag te kijken.
    • Kijk goed of het woordje ongeveer in de vraag óf bij de mogelijke antwoorden staat.
      Zo ja, schrijf dit dan ook op je blaadje.
  2. Tips bij het opschrijven van de kale som.
    • Staat er ongeveer in de tekst of in de antwoorden?
      In dat geval moet je de getallen in de kale som meteen afronden!
    • Staat er bijvoorbeeld 1 op de 4, schrijf dat dan als 1 : 4 of als de breuk 1/4
    • Staat er bijvoorbeeld 2 van de 3, schrijf dat dan als 2 : 3 of als de breuk 2/3
  3. Tips bij het berekenen van de kale som.
    • Kun je de som gewoon snel uirekenen? Doe dat dan.
    • Ziet de som er te moeilijk uit of is het te veel rekenwerk? Maak dan een schatting van het antwoord.
      Heel vaak zie je meteen dat een of twee van de mogelijke antwoorden echt fout zijn. Maar kijk wel eerst of je het woordje ongeveer niet over het hoofd hebt gezien want de kale sommen zijn zelden te moeilijk.
    • Als je er niet uit komt, kun je ook op de plaats van de puntjes een van vier de mogelijke antwoorden zetten en kijken of alles dan klopt.
  4. Tips bij het controleren van het antwoord.
    • Vul je antwoord in de kale som in en kijk of het klopt.

 


Cito vragen over het metrieke stelsel

.
cito oefenen groep-7-8-plaatje Bij deze paragraaf hoort het leerwerkboek: Toets voorbereiding voor groep 7 en 8.
De Cito-score kan fors omhoog door dit doelgerichte oefenboek met antwoordenboek.

Bekijk de verkrijgbare titels op de winkelsite.

wiskunde piramide In dit leerwerkboek worden de eerste zes bouwlagen van de wiskunde-piramide behandeld.

Het rekenonderwijs/wiskundeonderwijs is opgebouwd als een piramide: elke laag bouwstenen wordt zorgvuldig op de vorige gelegd; je kunt geen laagje missen.

Slechts één slechte leer-periode kan er de oorzaak van zijn dat een leerling een reken-bouwlaag mist waardoor hij of zij misschien zelfs nooit meer iets van wiskunde zal begrijpen.

Met deze leerwerkboeken worden hiaten in kennis voorkomen.
Ook kunnen ontbrekende kennislagen achteraf worden opgevuld.

Klik hier voor meer informatie over het belang van een leerwerkboek.

Cito oefenen met het metrieke stelsel: uitleg video

Cito oefenen met het metrieke stelsel: samenvatting

In het witte en gele kader volg je de normale procedure.
In het donker blauwe kader zie je hoe je de vraag zonder echt te rekenen kunt beantwoorden.

cito oefenen
  1. 1 kilo kost 5 euro
    100 gram kost … euro
  2. 1 kilo kost 5 euro
    100 gram kost … euro
  3. 1 kilo kost 5 euro
    1000 gram kost 5 euro
    100 gram kost 0,5 euro
In de vraag zit het cijfer 5 en in één van de antwoorden ook.
Bovendien is C veel te duur voor één perzik.
cito oefenen groep 8
  1. 1,8 … is ongeveer 2 x 90 cm
  2. 1,8 … is ongeveer 180 cm
  3. 1,8 m = 180 cm
Je kunt ook die 90 cm meteen in gedachten vervangen door 1 m.
Je ziet dan meteen dat de hoogte 1,8 meter moet zijn.
cito oefenen groep 8
  1. tuin is 10 m x 16 m
    hoeveel tegels van 2 m x 2 m passen in de tuin?
  2. 10 x 16 m2 : 2 x 2 m2
  3. 10 x 16 : 2 x 2 = 160 : 4 = 40
Langs 10 meter kun je in gedachten 5 tegels leggen.
Langs 16 meter kun je in gedachten 8 tegels leggen.
5 x 8 = 40
cito oefenen
  1. 6 dL
    per dag 3 x 4 cL = 12 cL
    Hoeveel dagen?
  2. 6 dL : 12 cL
  3. 6 dL : 12 cL = 60 cL : 12 cL = 5
cito oefenen groep 8
  1. tuin: 10 m x 15 m
    500 gram zaad voor 100 m2
    100 gram zaad kost 12€
    Hoeveel kost zaad voor de hele tuin?
  2. opp. tuin: 150 m2

    500 gram zaad voor 100 m2
    … gram zaad voor 150 m2

    100 gram zaad kost 12 euro
    … gram zaad kost … euro

  3. 500 gram zaad voor 100 m2
    250 gram zaad voor 50 m2
    750 gram zaad voor 150 m2

    100 gram zaad kost 12 euro
    750 gram zaad kost 7,5 x 12 = 90 €

cito
  1. badkamer is 5 m x 2,5 m
    tegels zijn 50 cm x 50 cm
    Hoeveel tegels nodig?
  2. opp. badkamer: 5 x 2,5 m2
    opp. tegel: 50 x 50 cm2
    opp. badkamer : opp. tegel
  3. 5 x 2,5 m2 = 12,5 m2
    50 x 50 cm2 = 0,5 x 0,5 m2 = 0,25 m2
    12,5 : 0,25 = 1250 : 25 = 50
Langs 5 meter passen 10 tegels van 1/2 meter.
Langs 2,5 meter passen 5 tegels van 1/2 meter.
10 x 5 = 50
cito
  1. tuin is 5 m x 6 m
    aarde 10 cm x 5 m x 6 m
    zak aarde is 40 L
    Hoeveel zakken aarde?
  2. inhoud laag aarde: 0,1 x 5 x 6 m3
    zak aarde is 40 L
    Hoeveel zakken aarde?
  3. inhoud laag aarde:
    0,1 x 5 x 6 m3 = 3 m3

    3 m3 : 40 L =
    3 000 dm3 : 40 L =
    3 000 L : 40 L =
    300 : 4 =
    75


Cito vragen over verhoudingen

.
cito oefenen groep-7-8-plaatje Bij deze paragraaf hoort het leerwerkboek: Toets voorbereiding voor groep 7 en 8.
De Cito-score kan fors omhoog door dit doelgerichte oefenboek met antwoordenboek.

Bekijk de verkrijgbare titels op de winkelsite.

wiskunde piramide In dit leerwerkboek worden de eerste zes bouwlagen van de wiskunde-piramide behandeld.

Het rekenonderwijs/wiskundeonderwijs is opgebouwd als een piramide: elke laag bouwstenen wordt zorgvuldig op de vorige gelegd; je kunt geen laagje missen.

Slechts één slechte leer-periode kan er de oorzaak van zijn dat een leerling een reken-bouwlaag mist waardoor hij of zij misschien zelfs nooit meer iets van wiskunde zal begrijpen.

Met deze leerwerkboeken worden hiaten in kennis voorkomen.
Ook kunnen ontbrekende kennislagen achteraf worden opgevuld.

Klik hier voor meer informatie over het belang van een leerwerkboek.

Uitleg video, een soort citotrainer over verhoudingen

Uitleg samenvatting

In het witte en gele kader volg je de normale procedure.
In het lichter blauwe kader reken je vanaf de antwoorden.
In het donker blauwe kader zie je hoe je de vraag zonder echt te rekenen kunt beantwoorden.

citotrainer groep 8
  1. 750 op de 1750 vrouwen
  2. 750 : 1750 = …
  3. 750 : 1750 = 75 : 175 = 3 : 7

    (teller en noemer delen door 10 en daarna nog door 25)

    Bekijk zo nodig eerst de paragraaf over het vereenvoudigen van een verhouding.

Je ziet in één oogopslag dat C niet goed kan zijn want 1750 is niet twee keer meer dan 750.
Antwoord A is in feite hetzelfde als C en kan dus ook niet goed zijn.
Kiezen tussen B en D is moeilijker maar de antwoorden suggereren wel dat je 750 moet zien te veranderen in 3. Dat betekent delen door 250.
Je moet kiezen tussen B en D want A en C zijn duidelijk onjuist.
3 : 7 of 3 : 8? Je ziet dat 1750 niet deelbaar is door 8 (je kunt het maar één keer door twee delen), dus kies je 3 : 7.
citotrainer groep 8
  1. In de keuze-antwoorden zie je steeds ‘ongeveer’ staan.
    Dit moet je even in gedachten houden.
    304 op de 400 mensen
  2. 300 : 400 = …
  3. 300 : 400 = 3 : 4

    (teller en noemer delen door 100)

    Bekijk zo nodig eerst de paragraaf over het vereenvoudigen van een verhouding.

Antwoord B is duidelijk niet juist. Ook antwoord C kun je gelijk doorstrepen.
Je kunt meteen gokken op antwoord D omdat dat antwoord ook een 3 en een 4 bevat.
citotrainer groep 8
  1. 60 blanco voor €90
    60 ruitjes voor €30
    40 blanco voor … + 20 ruitjes voor …
  2. 60 blanco voor €90
    40 blanco voor …

    60 ruitjes voor €30
    20 ruitjes voor …

    optellen

  3. 60 blanco voor €90
    20 blanco voor €30
    40 blanco voor €60

    60 ruitjes voor €30
    20 ruitjes voor €10

    60 + 10 = 70

Ze kopen alle drie 60 schriften. De blanco schriften zijn drie keer duurder.
Petra koopt 40 blanco schriften en 20 goedkopere schriften. Zij moet daarom iets minder dan €90 betalen. 70 euro lijkt daarom wel goed.
citotrainer groep 8
  1. \text{100 pond} \approx \text{125 euro}
    \text{40 pond} \approx \text{... euro}
  2. 100 pond = 125 euro
    4 pond = 5 euro
    40 pond = 50 euro
B klopt niet omdat een pond dan gelijk zou zijn aan een euro.
C en D kloppen niet omdat ze veel te hoog zijn, bijna twee keer duurder.
B klopt niet omdat een pond dan gelijk zou zijn aan een euro.
C en D kloppen niet omdat ze veel te hoog zijn, bijna twee keer duurder.
citotrainer groep 8
  1. 12,5% heeft een hond.
    Welk deel heeft geen hond?
  2. \frac{1}{8}\text{ heeft een hond}
    \frac{7}{8}\text{ heeft geen hond}

    \frac{7}{8} = ... : ...

  3. \frac{7}{8}\text{ = 7 op de 8 = 70 op de 80}
B klopt zeker niet.

Cito vragen over procenten

.
cito oefenen groep-7-8-plaatje Bij deze paragraaf hoort het leerwerkboek: Toets voorbereiding voor groep 7 en 8.
De Cito-score kan fors omhoog door dit doelgerichte oefenboek met antwoordenboek.

Bekijk de verkrijgbare titels op de winkelsite.

wiskunde piramide In dit leerwerkboek worden de eerste zes bouwlagen van de wiskunde-piramide behandeld.

Het rekenonderwijs/wiskundeonderwijs is opgebouwd als een piramide: elke laag bouwstenen wordt zorgvuldig op de vorige gelegd; je kunt geen laagje missen.

Slechts één slechte leer-periode kan er de oorzaak van zijn dat een leerling een reken-bouwlaag mist waardoor hij of zij misschien zelfs nooit meer iets van wiskunde zal begrijpen.

Met deze leerwerkboeken worden hiaten in kennis voorkomen.
Ook kunnen ontbrekende kennislagen achteraf worden opgevuld.

Klik hier voor meer informatie over het belang van een leerwerkboek.

Cito Eindtoets rekenvragen over procenten: uitleg video

Cito eindtoets, vragen over procenten: samenvatting

In het witte en gele kader volg je de normale procedure.
In het lichter blauwe kader reken je vanaf de antwoorden.
In het donker blauwe kader zie je hoe je de vraag zonder echt te rekenen kunt beantwoorden.
cito groep 8
  1. 3,5% vet in de melk. Welk deel?
    De rest heb je niet nodig, het plaatje geeft geen extra informatie
  2. 3,5 % = … deel
  3. 3,5\% = \frac{3,5}{100} = \frac{7}{200}

    Bij de laatste stap heb je de teller en de noemer van de breuk allebei met 2 vermenigvuldigd.
    Dat mag want de waarde van de breuk verandert daardoor niet.
    Zie zo nodig Breuken 10 – De noemer groter maken.

  4. Omdat je dit vreemde antwoord erbij ziet, kun je het hier ook bij laten en gewoon nog even je berekening doorlopen.

    \[\frac{1}{3} = 33,3..\%\]

    \[\frac{1}{5} = 20\%\]

    \[\frac{3}{10} = 30\%\]

    \[\frac{7}{200} =  \frac{3,5}{100} = 3,5\%\]

3,5% is een heel klein deel.
De antwoorden A, B en C zijn veel te groot.
cito Eindtoets groep 8
  1. Zonder korting betaalt hij €500.
    Hij krijgt wel 20% korting want hij boekt op tijd.
    Hij betaalt dus 80% van de prijs.
  2. 80% van 500
  3. 1% = 5
    80% = 80 x 5 = 400
20% korting, ofwel 1/5 deel korting.
B, C en D lijken wel erg laag.
cito Eindtoets groep 8
  1. 66 = …% van 120
  2. 1% = 1,2
    66 : 1,2 = 55
1% = 1,2
22% = 22 x 1,2 < 66
5,5% = 5,5 x 1,2 < 66
55% = 55 x 1,2 = 66
66 is iets meer dan de helft van 120.
Het antwoord moet dus iets meer zijn dan 50 (procent).
Nu nog kiezen tussen C en D.
C lijkt goed omdat D maar een héél klein beetje groter is dan 50.
cito toets
  1. 79% is man, dan is 21% vrouw.
    Dus ongeveer 20% is vrouw.
  2. 20% = … deel
  3. 20\% = \frac{20}{100} = \frac{1}{5} = 1 : 5
1 op de 4 = 1/4 = 25/100 = 25%
1 op de 5 = 1/5 = 20/100 = 20%
cito toets
  1. Je had eerst 20 rode hokjes. Daarna heb je nog 5 hokjes er bij gekocht.
  2. 5 is … % van 20
  3. 5 is een vierde deel van 20.
    Een vierde deel is hetzelfde als 25%.
25% van 20 = 1/4 x 20 = 5 blauwe hokjes
50% is al veel te groot, dus antwoord A
cito toets
  1. Klaasje betaalt in euro: 30 x 35
    Kay betaalt in euro: 30 x 40 met 25 % korting
    Hoeveel betaalt Kay minder?
  2. 30 x 35
    min
    30 x 40 met 25% korting
  3. Kay betaalt niet 40 euro maar 30 euro per m2.

    30 x 35
    min
    30 x 30

    1050 – 900 = 150

De een betaalt 35 euro, de ander 30 euro per vierkante meter.
Het verschil is 5 euro. 5 x 30 = 150.
cito toets groep 8
  1. \text{2400 boten}
    12\frac{1}{2}\5\% \text{ is zeilboot}
  2. 12\frac{1}{2}\5\% \text{ van } 2400 = ...
  3. 12\frac{1}{2}\5\% \text{ van } 2400 =
    \frac{1}{8} \text{deel van 2400} =
    2400 : 8 = 300
Je kunt het ook veel ruwer schatten. Meer dan 10% van 2400 is meer dan 240, dus 300 zal wel goed zijn.
cito toets groep 8
  1. 2011:     1/2 blokje hoog

    2012:     2 blokjes hoog
            (1/2 + 300% van 1/2)

    2013:     … blokjes hoog
            (2 + 100% van 2)

  2. 2 + 100% van 2
  3. 2 + 100% van 2 =
    2 + 2 = 4
De omzet is gestegen dus je moet kiezen tussen A en B.