1 – Wat is vermenigvuldigen?Voorbeelden van herhaald optellen met groepjes kersen, ijsbolletjes en meer.
|
|
2 – Vermenigvuldigen onder de tien
|
|
3 – Vermenigvuldigen met 10, 100, 1000, enz.Het is erg belangrijk om meteen te weten hoeveel 3 maal 10 is of 5 maal 1000. Veel oefenen verhoogt het inzicht in het tientallig stelsel. Ook is van belang voor het goed kunnen schatten van de orde van grootte van een antwoord.
|
|
4 – Vermenigvuldigen onder elkaar zonder onthoudenHet antwoord op elke vermenigvuldiging kan foutloos en exact worden berekend door de standaardprocedure van het vermenigvuldigen onder elkaar.
|
|
5 – Vermenigvuldigen met onthouden, onder de honderdVaak krijg je bij het werken onder elkaar een tussen-antwoord van twee cijfers. Het hoe en waarom wordt in de video uitgelegd.
|
|
6 – Vermenigvuldigen met onthouden, met een groot getalEen getal onder de tien maal een getal van drie cijfers of meer, werkt op precies dezelfde manier en is niet moeilijker.
|
|
7 – Vermenigvuldigen zonder onthouden van twee getallen boven de tienBij de vermenigvuldiging van twee grotere getallen zijn meerdere regels nodig maar het is in principe niet echt moeilijker.
|
|
8 – Vermenigvuldigen met onthouden van twee getallen boven de tienOok bij het product van twee grotere getallen moet je natuurlijk soms even een cijfer ‘onthouden’. Elke vermenigvuldiging kan je nu zonder problemen en foutloos uitrekenen!
|
Hier onder de video’s die horen bij de paragrafen over het vermenigvuldigen met hele getallen.
Deze video’s staan ook op de pagina die hoort bij een paragraaf. Ga voor oefenen (online of met werkbladen) naar de paragraaf-pagina.