inhoud 3 – liter, deciliter, enz.

Liter, deciliter, enz.: uitleg video

Liters, deciliters, milliliters omrekenen: oefenen met werkbladen en/of leerwerkboek

Oefen direct met de uitgelegde stof. Dit kan met de losse werkbladen en antwoordbladen die horen bij deze video (§13 van het leerwerkboek)
13_1
13_2
13_3
13_4
13_5

Je kunt de stof nog sneller onder de knie krijgen als je oefent met §13 van het leerwerkboek.
Je houdt daarmee het overzicht van de stof, ook voor later, via plaatjes van de stof en via de uitgelegde en door jou verbeterde antwoorden.

Inhoudsmaten omrekenen, L, dL, cL, mL, enz.: online oefenen

Oefenen met het omrekenen van liters, deciliters, centiliters, enz.

[include file=”/wp-content/mijn-include-files/BreukenKhanB.php”]

Bij elke vraag kun je de oplossing stap voor stap bekijken.
Bij elke stap krijg je uitleg.
Hier onder zie je een voorbeeldsom.
Door er op te klikken wordt een nieuw window geopend met de oefening.

Oefenen met het omrekenen van inhoudsmaten inclusief liter, deciliter, enz.

[include file=”/wp-content/mijn-include-files/BreukenKhanB.php”]

Uitleg samenvatting

In de vorige paragraaf leerden we de inhoudsmaten ‘kubieke meter’, ‘kubieke decimeter’, enz. leren kennen.
Ook leerden we hoe je deze inhoudsmaten in elkaar om kunt rekenen.

Maar in het dagelijks leven gebruiken we meestal de inhoudsmaat liter, afgekort als L.
Een pak melk heeft een inhoud van een liter. Je kunt je wel voorstellen hoeveel dat ongeveer is.
De inhoudsmaat ‘liter’ is precies gelijk aan de inhoudsmaat ‘een kubieke decimeter’.

1 L = 1 dm3

In een literpak melk gaat net zoveel melk als in een kubusvormige doos van 1dm bij 1dm bij 1dm, ofwel in een doos van 10cm bij 10cm bij 10cm.

Ook bij de liter gebruiken we de bekende voorvoegsels:

kiloliter – hectoliter – decaliter – liter – deciliter – centiliter – milliliter
kL – hL – daL – L – dL – cL – mL

Deze eenheden kun je weer op de gewone manier in elkaar omrekenen:

1 kL = 1000 L
20 hL = 2000 L
3000 mL = 3 L
45 cL = 0,45 L

Soms wil je de volgende omrekeningen maken:

2 L = … dm3
3 L = … cm3
3 dL = … dm3
4,5 cm3 = … dL

Je gebruikt dan altijd de definitie van een liter: 1 L = 1 dm3

2 L = 2 dm3
3 L = 3 dm3 = 3000 cm3
3 dL = 0,3 L = 0,3 dm3
4,5 cm3 = 0,0045 dm3 = 0,0045 L = 0,045 dL
omrekenen oppervlaktematen Je ziet hier een litermaat, een kubusvormig doosje met zijden van 1dm en een literpak melk.
Als je het doosje van 10cm bij 10cm bij 10cm tot de rand toe vult met melk, heb je precies een liter melk.
Het doosje heeft een inhoud van:

1dm x 1dm x 1dm = 1 dm3 = 1 liter

Bij vloeistoffen gebruiken we vaak de liter als inhoudsmaat.

1 liter = 1 dm3
kilo: duizend
hecto: honderd
deca: tien
deci: een tiende
centi: een honderdste
milli: een duizendste
De liter, hectoliter, deciliter, centiliter en milliliter zijn de meest gebruikte eennheidsmaten bij vloeistoffen.
De betekenis van hecto, deci, centi en milli leerde je al bij de paragraaf over het omrekenen van lengtematen.

Een hecoliter is 100 liter.
Een deciliter is een tiende liter.
Een centiliter is een honderdste liter.
Een milliliter is een duizendste liter.

1 hL = 100 L
1 dL = 0,1 L
1 cL = 0,01 L
1 mL = 0,001 L

berekenen liters inhoud
1 cm3 = … mL

1 cm3 = 0,001 dm3 = 0,001 L = 1 mL


1 m3 = … L

1 m3 = 1000 dm3 = 1000 L


Hoeveel liter water heb je nodig voor het vullen van een ligbad van 1,6 meter lang en 0,5 meter breed als je wilt dat het water 30 cm hoog staat? (Je houdt geen rekening met de rondingen van het bad.)

De inhoud van het water is 1,6m x 0,5m x 0,3m = 0,24m3 = 240dm3 = 240 liter